Voor iedereen die de beproevingen van een opleiding bij het KCT, de Mariniers, Luchtmobiel of vergelijkbare eenheden heeft doorstaan, klinkt dit ongetwijfeld bekend: de eindeloze marsen, de allesverzengende vermoeidheid, de constante strijd tegen die innerlijke stem die smeekt om op te geven. Urenlang ploeter je voort, nat tot op het bot, elk spiertje protesteert. “Waarom doe ik dit in hemelsnaam?” galmt het in je hoofd. Pijn hier, pijn daar – een gevecht tegen jezelf, terwijl je lichaam op pure wilskracht doorgaat, zonder enig idee van de eindbestemming.
Ik herinner me een specifiek moment, tijdens een van die ogenschijnlijk eindeloze tochten. Ik was op een punt dat opgeven de enige logische optie leek. Mijn lichaam schreeuwde, mijn geest was murw. En toen, op dat wonderlijke moment, brak door de dichte nevel boven de velden de zon door. Een enkele zonnestraal landde op mijn wang. Die warmte, die onverwachte kracht, was precies wat ik nodig had. Het was een klein signaal, maar het veranderde alles. Mijn mindset verschoof. De moed keerde terug. Ik kon weer verder.
Het is een les die me tot op de dag van vandaag bijstaat. Vaak zijn het niet de grote, spectaculaire gebeurtenissen die ons die extra push geven. Het zijn juist de kleine, ogenschijnlijk onbeduidende dingen die het verschil maken. Die ene zonnestraal toen, de warmte die me weer op de rails zette. Nu, kijkend door de lens van die ervaring, haal ik waarde uit alles. Een warme douche na een lange dag, de zekerheid van een maaltijd, het gemak van een auto of fiets. Dingen die we zo vaak als vanzelfsprekend beschouwen.
Die ochtend in de nevel leerde me dat zelfs na de donkerste nacht, de zon altijd weer opkomt. En dat in die kleine momenten van licht, we de kracht kunnen vinden om door te gaan, wat de uitdaging ook is.

Comments are closed